In navolging van het werk van Don Bosco worden 4 hoofddoelen gekozen:
We willen jongeren begeleiden in hun groei in persoonlijke vrijheid en zelfstandigheid.
Hierbij willen we hen ruimte geven om verantwoordelijk te zijn in zeer concrete situaties, rekening houdend met hun leeftijd en al verworven vaardigheden.
Ook streven we naar groei in verbondenheid met medemensen, jongeren en volwassenen.
Groeien in zingeving proberen we te bevorderen door, in dialoog met de jongeren, op zoek te gaan naar de diepere bestaansredenen.
Het hart van de pedagogie van Don Bosco, de kern waar alles om draait, is assistentie. Dat betekent meer dan “toezicht houden”.
Assistentie betekent jongeren nabij zijn, zich interesseren in hun leefwereld, graag bij hen zijn, een luisterend oor hebben!
Geloofwaardigheid is hier het sleutelwoord.
Het preventief systeem van Don Bosco heeft als doel het ontwikkelen van een opvoedingsrelatie tussen de volwassene en de jongere, die gebaseerd is op vertrouwen.
We streven naar een hartelijke en spontane omgang met de jongeren. De opvoeder toont een eerlijke interesse voor en een aanvaarding van de jongere als persoon. We willen de jongeren laten voelen dat ze mogen zijn wie ze zijn. Ze mogen zich thuis voelen in de school, op de speelplaats. Deze hartelijkheid bevordert de pedagogische relatie.
Het redelijk en gezond verstand is de basis voor een ononderbroken dialoog met de jongeren die weten dat ze beluisterd worden en serieus genomen worden. Redelijkheid vraagt duidelijkheid, gefundeerde overtuigingen en dialoog. Hierbij hebben we vooral oog voor de meest kwetsbare jongeren. We bemoedigen en ondersteunen als de jongere faalt, zodat hij kan bijsturen en groeien.
Alles wat we op school vragen en eisen heeft een redelijk doel. We eisen niet om te eisen. Onze leefregel heeft als enige bedoeling het leven in onze school voor iedereen zo aangenaam mogelijk te maken. Een sanctie wordt nooit om de sanctie gegeven maar alleen als poging om een leerling op weg te helpen.
De jongere wordt aangemoedigd om kritisch te staan ten opzichte van eigen doen en laten.